Schorpioen
(24 oktober t/m 22 november)
Voor Schorpioen is Argentijnse tango op het lijf geschreven. Zij houden van de intensiteit van de onder de huid aanwezige smeulende passie.
Het duurt echter lang voordat Schorpioenen goed zijn in tango omdat zij te zelfverzekerd zijn om les te nemen. Maar als autodidact komen ze een heel eind.
Een Schorpioen vindt dat iedereen zich aan de etiquette zou moeten houden, behalve zijzelf.
Wat lichamelijk contact betreft staan Schorpioenen bekend als 'to the point'.
Het liefst zien zij dat de 'close embrace' verplicht wordt gesteld.
Schorpioenleiders wachten als een 'havik in vlucht' op de juiste vrouw en de juiste muziek, totdat zij kunnen 'neerdalen' op hun 'prooi'.
Tot die tijd dansen zij onopvallend door, aangezien het voor hen alles-of-niets is.
Schorpioenleiders zien de milongavloer als een schaakbord en zorgen er voor tijdens het dansen dat ze door die ene vrouw worden gezien via de cabaceo,
om toe te slaan als het moment daar is.
De cortina is ontstaan vanwege de Schorpioen, om de danspartner na enkele nummers weer te 'bevrijden'.
Schorpioenvolgers gebruiken de cabaceo ook, maar dan als doelzoek oefening richting leiders met wie ze een slechte danservaring hebben gehad.
Ze doen een ogenschijnlijke vluchtige cabaceo, om daarna met een expressieloze blik die leider te negeren zodra die naar haar toe komt.
Gewoon, om toe te geven aan de behoefte om af en toe een steekje uit te delen.
Alfredo de Angelis
een bekende Schorpioen
uit de tango wereld
Alfredo was geboren op 2 november 1910 in Androgué, een voorstad van Buenos Aires.
Zijn talent openbaarde zich al op jonge leeftijd: als 10-jarige speelde Alfredo al piano in verschillende bandjes.
Tot zijn dertigste maakte De Angelis deel uit van diverse orkesten.
Op een gegeven moment stelde hij zijn eigen orkest samen: in maart 1941 debuteerde zijn orkest in Café Marzotto in Buenos Aires.
Het orkest van De Angelis werd succesvol en Alfredo kreeg een contract aangeboden bij het Odeon label. Tot 1977 heeft hij opnames gemaakt voor Odeon.
Tot in het midden van de jaren veertig maakte Alfredo veel gebruik van vocale duetten in zijn composities.
Daarna werden de tango-wals en klankkleurrijke orkestraties het handelsmerk van 'El Colorado' zoals Alfredo ook wel werd genoemd.
Er waren vele succesvolle tango orkesten in de 1940-er jaren. Deze periode staat bekend als de 'Golden Age'.
Slechts enkele van deze orkesten zijn er in geslaagd om met hun plaatopnames uit de jaren 50, tot op heden nog steeds populair te zijn.
Alfredo's orkest is hier één van, net als die van Carlos Di Sarli en Osvaldo Pugliese.
De Angelis had niet een charisma zoals die van Pugliese, maar hij was juist een ongecompliceerde bandleider met zijn wortels in de traditionele tango.
Hierdoor bleef zijn muziek toegankelijk voor het grote publiek.
Alfredo de Angelis stierf op 31 maart 1992, een erfenis achterlatend van 486 fijne tango nummers.