Baldosa (verkorte basispas)

De tango basispas neemt acht tellen in beslag. Bij de verkorte basispas worden de twee tellen van de kruispas weggelaten. De zes tellen die dan overblijven noemen we de baldosa.
Je kan deze verkorte basispas een vleugje authentieker maken door stap 1 met een achteruitpas te doen. Waarom is dit authentieker? Het verhaal wil dat vroeger in Buenos Aires de tangolessen werden gegeven in zeer kleine ruimten. Met de achterpas wordt de beschikbare dansvloer optimaal benut als je een aantal van deze authentieke verkorte basispassen achter elkaar 'plakt', dus telkens met een achteruitpas (op stap 1, 7, 13, enzovoort).

Het filmpje laat de zes passen zien van de baldosa, de eerste keer zonder achteruitstap, en de tweede keer met de achteruitstap op de eerste tel.

In Nederland zijn er veel docenten die leren om de pas achteruit te vermijden. De reden daarvoor is dat de dames op drukke danssalons regelmatig blessures oplopen, omdat mannen met deze pas achteruit op de hiel of voet kunnen trappen van de dame achter hen. Een pas achteruit zorgt ook voor meer onrust op de vloer en botsingen met andere dansparen omdat de man zich onvoldoende gewaar is van hetgeen achter hem gaande is. Het alternatief is enkel het gewicht op de (rechter)voet brengen in plaats van met die voet een pas zetten. Zo kun je deze pas toch als een eerste pas aan de volger laten voelen en in de muziek integreren.

Hoewel de Baldosa 'maar' uit zes stappen bestaat, kun je er toch rijkelijk mee variëren. In de volgende clip van LATA kun je zien hoeveel kanten je wel niet op kan met de Baldosa.