Sterrenbeeld Vissen

Vissen

(19 februari t/m 20 maart)


Het sterrenbeeld Vissen is nauw verbonden met de voeten. De dame met de fraaiste tango schoenen op een salon zal daarom vrijwel zeker een Vissen zijn. Vanwege de verbintenis met de voeten zijn danskwaliteiten van nature bij Vissen aanwezig. De nadruk in hun dans ligt op de flow tussen de ene en de andere partner.
Van Vissen is ook bekend dat het dagdromers zijn. Tijdens het volgen van een Vissen leider zal je er waarschijnlijk achter komen dat zijn innerlijke beat niet synchroon loopt met de muziek die op dat moment daadwerkelijk wordt gespeeld. Vissen hebben vaak geniale en originele idëeen voor het improviseren met tango figuren en versieringen. Maar om deze idëeen praktisch uitvoerbaar te maken, hebben zij een danspartner nodig van een ander sterrenbeeld.

El Tigre del Bandoneon

Ástor Piazzolla

een bekende Vissen
uit de tango wereld

Ástor Pantaleón Piazzolla werd geboren op 11 maart 1921 in Mar del Plata, een kustplaatsje meer dan 400 kilometer ten zuiden van Buenos Aires. Zijn ouders hadden een Italiaanse achtergrond. Kort na zijn geboorte, sloeg het noodlot toe: zijn rechterbeen werd ernstig aangetast door polio. Als kind onderging hij verschillende operaties, maar het aangetaste been zou altijd iets korter blijven dan het andere.
Toen Ástor vier jaar oud was verhuisde het gezin naar de VS en om zich uiteindelijk te vestigen in New York. Hier leerde hij Engels spreken met een New Yorks accent, dat hij niet meer zou kwijtraken. In 1930 keerde familie Piazzolla terug naar Mar del Plata. Maar na negen maanden in Argentinië, ging het gezin toch weer terug naar New York.
Tango was op dat moment al van grote invloed op de jonge Piazzolla, naast zijn vele andere interesses. Op een gegeven moment besloot Ástor om een bokser te worden. Maar deze 'carrière' kwam snel ten einde na het verliezen van wedstrijden tegen zijn vrienden Rocky Graziano en Jake La Motta. Hoewel de Piazzolla's genoten van het leven van New York, verlangde Ástor 's vader Vicente toch weer terug naar Argentinië. In 1937 vestigde de familie Piazzolla zich weer in Mar de Plata, waar Vicente een bar begint en een fietswinkel.
In 1938 besluit Ástor te verhuizen naar Buenos Aires om daar zijn geluk te beproeven. En geluk kwam op zijn weg in 1939, toen hij werd gevraagd om de bandoneon spelen bij één van de meest prominente tango orkesten van die tijd: het Anibal Troilo orkest. El Tigre del Bandoneón (De Tijger van de Bandoneón) werd de bijnaam van Ástor.
In 1944 verlaat Piazzolla het Troilo orkest. De twee daaropvolgende jaren is hij de leider van de orkesten die de beroemde zanger Francisco Fiorentino begeleiden. Daarna formeert hij Ástor Piazzolla Y Su Orchestra Tipica (ook bekend als The 1946 band) waarvan hij de leider is tot 1949. In deze periode introduceert Ástor fuga's, contrapunten, en excentrieke harmonische vormen in zijn muziek, waarvoor hij uiteindelijk wereldberoemd zou worden. Maar omdat op dat moment het grote publiek hem bleef afwijzen, verschoof hij de focus van zijn belangstelling naar jazz en klassieke muziek.
In 1954 lieten Ástor en zijn vrouw hun twee kinderen (toen 10 en 11 jaar) achter bij Piazzolla's ouders om af te reizen naar Parijs waar Ástor klassieke muziek ging studeren. Het was juist zijn Franse lerares Nadia Boulanger die ervoor heeft gezorgd dat hij zijn aandacht weer op tango ging richten.
Terug in Argentinië, formeerde Piazzolla in 1955 zijn Orquesta de Cuerdas en zijn Octeto Buenos Aires. Met zijn Octeto creëerde Ástor een nieuwe sound vergelijkbaar met kamermuziek met jazz-achtige improvisaties, en zonder zangpartijen. Piazzolla's nieuwe benadering van tango muziek maakte hem tot een controversiële figuur in Argentinië, zowel muzikaal als politiek. Maar in Europa en Noord Amerika nam de acceptatie en waardering van zijn muziek alsmaar toe.
In 1958 ontbond hij zowel de Octeto als het Orquesta en keerde terug naar New York met zijn gezin. Het bleek echter niet mee te vallen voor hem om de kost te verdienen als muzikant en arrangeur. In oktober 1959 was hij in Puerto Rico voor optredens met Juan Carlos Copes en María Nieves. Hier ontving Ástor het nieuws van de dood van zijn vader. Na zijn terugkeer in New York, een paar dagen later, vroeg hij om alleen gelaten te worden in zijn appartement. In minder dan een uur schreef hij zijn beroemde tango, Adiós Nonino, als eerbetoon aan zijn vader.
In 1960 keerde hij terug naar Buenos Aires en vanaf dat moment raakt zijn carrière in een stroomversnelling. Hij creëerde een groot aantal tango composities, vooral om naar te luisteren (en niet zo geschikt om op te dansen). Ástor toerde over de hele wereld, en speelde op prachtige locaties met prominente orkesten. Hij bracht een groot aantal LP's en CD's uit. Ástor Piazzolla was de gevierde 'uitvinder' van 'Tango Nuevo': tango muziek doordrenkt met jazz ritmes en patronen uit de klassieke muziek.
In 1990 werd Piazzolla getroffen door een zware beroerte wat hem ernstig verzwakte. Twee jaar later overleed Ástor in Buenos Aires op 4 juli 1992.